Kabab koobideh

Bereidingswijze

Het woord kebab (of kabab, zoals de Perzen zeggen) betekent roosteren, doorgaans bovenvuur. De eerste kebabs werden door Perzische soldaten gemaakt die vlees aan hun zwaard roosterden, vandaar ook die traditionele platte spiesen die Perzen tegenwoordig gebruiken– je kunt ze online vinden als je ze zo wilt serveren.

Doe het lamsgehakt, de ui, het kurkumapoeder, zuiveringszout en flink wat zeezoutvlokken en peper in een grote kom en meng alles heel goed met je handen. Bewerk het vleesmengsel een paar minuten stevig tot je een glad geheel hebt.

Verdeel het mengsel voor grote kebabs in 5 tot 6 porties en vorm die rond 25 cm lange
platte spiesen. Knijp het vlees met je duim en wijsvinger van het ene naar het andere eind
van de kebab in, om de klassieke ribbels te maken. Rooster ze met de hele tomaten op een
houtskoolbarbecue die ongeveer 30 minuten heeft gebrand. De truc is om ze in totaal 10 tot 15 minuten te roosteren tot het vlees bruin en gaar is. Draai ze daartoe elke 2 minuten om, zodat het vet kan uitsmelten en ze niet verbranden – als dat wel gebeurt, is de barbecue te heet.

Verhit voor kleinere kebabs de oven voor tot de hoogste temperatuur (het liefst een heteluchtoven). Bekleed een grote bakplaat met bakpapier. Verdeel het mengsel in 10 tot 12 porties, maak er worstjes van, druk ze plat en knijp er net als voor de grote exemplaren ribbels in. Leg ze met de tomaten op de beklede bakplaat en zet ze 10 tot 12 minuten in de oven.

Serveer de kebabs direct op platbrood, zodat dat de heerlijke braadsappen opneemt. Serveerde tomaten ernaast.

Simply delicious met… Naan-o-paneer-o-sabzi (zie pag. 108)

TIP
Dit recept lukt alleen als je extra vet gehakt (vetpercentage van ten minste 30 procent) neemt – het vet houdt de kebabs mals en barstensvol smaak.