Saté daging sapi (Rundersaté)

Bereidingswijze

Voorbereidingstijd 60 minuten + wachttijd minstens 8 uur

Over het algemeen is het een goed teken als ik saté op tafel zet. Het betekent dat we visite hebben of dat er iets te vieren valt. Ik heb deze verwennerijen op een stokje al ontelbaar vaak op het feestmenu gezet. Een paar tips: maak de dubbele hoeveelheid als je de tijd hebt, want je kunt saté heel goed invriezen (zie pag. 32). Nog een tip: rooster de satés in twee korte rondes in plaats van in één keer. Het zorgt ervoor dat je saté sappig en mals blijft. En tot slot een heel belangrijke tip: maak wat extra saté om tussendoor te snoepen. Iedereen weet dat als je de BBQ-chef bent dat je dan minstens een, twee, drie of wel meer van deze kleine schatjes kunt opsnoepen! En ik zal maar niet beginnen over de satés die opeens verdwenen waren toen ik even niet keek.

Laat de satéprikkers minimaal 2 uur in water weken.

Snijd het rundvlees in rechthoekige blokjes van 2 x 3 cm.

Maak een boemboe van de ui, knoflook, sambal, ketoembar, djinten, suiker, zout en santen.

Wrijf het rundvlees in met de boemboe en laat de marinade een hele nacht of minstens 8 uur intrekken.

Rijg het gemarineerde rundvlees in de lengte aan de natte satéprikkers. Let erop dat de punt van de prikker goed bedekt is en dat er geen gaten vallen tussen de vleesblokjes.

Steek de barbecue aan en rooster de saté aan alle kanten, maar bak hem niet gaar.

Meng alle ingrediënten voor de tweede marinade. Doop iedere gevulde satéprikker in de marinade en rooster de satés nog een keer kort. Serveer de saté terwijl hij nog warm is met de sambal ketjap.